Blog

Soms is stampen niet genoeg

Vroeger als de aardappels gaar waren, riep mijn moeder: “Kees! Stampen!” Dat wordt smullen, wist ik dan.

In mijn familie zijn we goed in stampen. Of het nou aardappelpuree is of Duitse naamvallen. Stampen maar! 

Maar soms is stampen niet genoeg. Dat ontdekte ik tijdens mijn studie Literatuurwetenschappen. De hoeveelheden waren véél te groot. Honderden pagina’s per week. Dat is niet te stampen! 

Bovendien moest ik er slimme dingen over kunnen zeggen. Ik moest observeren en interpreteren. Dat noemden ze ‘close reading’.

Close reading, goh… Stampen is makkelijker. 

 

Zie hier: een monster van een liedtekst

Gelukkig kun je liedteksten meestal prima stampen. En als het een keer niet lukt, nou… dan maar een close reading.

Maar vorige maand had ik een monster te pakken. Eén rottig couplet liet zich niet stampen. En mijn close reading kreeg een dikke middelvinger. Wat nu?!

Met Johan’s hulp temde ik het monster. Niet door een close reading, maar door een close feeling. 

Zie hier het couplet:

The first time ever I kissed your mouth, I felt the Earth move in my hands
Like the trembling heart of a captive bird
That must stay at my command

 

Kom maar, je mag op schoot

Ik trek mijn stamp-harnas uit. En leg mijn close reading wapens neer. Dit monster vereist een andere aanpak. Ik lok ‘m naderbij. Kom maar, je mag op schoot. 

Schoorvoetend leunen een paar regels tegen mijn borst. Ik luister.

The first time ever I kissed your mouth, I felt the Earth move in my hands 

Meteen ga ik in de aanval: Hoezo? Waar had je je handen dan? Wat een stomme metafoor. Lekker vergezocht.” 

Stop Jo-Anneke! Niet denken. Zo jaag je ‘m weg.

De aarde ligt in je handen, en beweegt. Ik ben even stil. Laat het beeld toe… in mijn lijf. En daar roert zich wat. Dit is geen klein gevoel. Oh, nee… Het is overweldigend. Ik voel kracht. En héél veel levenslust.

Like the trembling heart of a captive bird 

Heb je wel eens een vogeltje in je handen gehad? Met die holle, lichte botjes. En zulke zachte veertjes. Dit vogeltje is bang. Zijn hartje klopt als een bezetene. Voel je dat? 

Wat een contrast hè? Van zo enorm, zo krachtig… naar zo teer en klein. Voorzichtig, doe zacht. Het ontroert me.

That must stay at my command

Nu voel ik walging. Dit wil ik niet aan mijn borst. 

 

Als Google je niet kan redden

Oké, ik heb hulptroepen nodig. Google, red mij! 

Ik voer ‘command’ in. Tientallen pagina’s over hondentraining. Hmpf. Wat als ik ‘my love’ erbij google? Nu verschijnt Jezus ineens in beeld. Nee, dit wordt echt te gek. Laat maar zitten. 

Wat jammer, ik was er bijna.

Een week later. Ik zit weer aan deze blog. Shit, wat moet ik nou met zo’n half-af verhaal? Pfff… 

Plots daagt het me. Ik heb een aanname gemaakt. En dat had ik niet in de gaten. Ik ging ervan uit dat de geliefde onder commando moet blijven. Het tere vrouwtje. Au, cultural bias.

Dus even met nieuwe ogen. Wat als het niet de geliefde is, maar de schrijver zélf? Heb ik mijzelf in de hand, vraagt hij zich af. Hij wil zijn geliefde niet beheersen. Maar zichzelf. Anders rent hij keihard weg. Want zo intens is het.  

Dan valt mijn oog op een zin die ik schreef. Onwillekeurig schreef ik: zijn hartje klopt als een bezetene. Ha! Ik wist het al. Alleen mijn hoofd had het nog niet door. 

Je hart laat zich niet foppen.

De volgende keer dat jij een monster tegenkomt, vraag jezelf dan: 

Kan ik luisteren met mijn hart? 

 

Liefs,
Jo-Anne