Blog

Het voordeel is dat je straks erg trots op jezelf bent

Het is zover. Ik moet kiezen. Ga ik ervoor, of doe ik het niet? De zenuwen gieren door mijn lijf. Dan zegt mijn zoontje: 

“Mama, het heeft een voordeel en een nadeel. Het voordeel is dat je straks erg trots op jezelf bent. Het nadeel is dat je eerst iets moet doen wat je heel eng vindt.” 

Je hebt gelijk schatje… ik doe het. 

 

En toen viel ik 37,5 meter naar beneden

We zijn in de Efteling. Ik ga in de Baron. 

Juist. De Baron.

We staan in de rij. M’n vader, m’n broer en ik. 

Wat als de beugel losschiet? Of als het karretje ontspoort? Wat als…. M’n broer begint een uitgebreide risico-analyse om me gerust te stellen. Dat levert hem vooral bewonderende blikken op van de jongen voor ons in de rij. Ik pluk zenuwachtig aan mijn trui.

Dan komen we in het voorportaal. Oh god, ik dacht we er al waren. Maar nee hoor, er moet nog stemming gemaakt worden. In het donker horen we het verhaal van de hebzuchtige baron. Een paar doorzichtige witte wieven zingt – in operastijl – een waarschuwing. Oké, nu sta ik bijna te huilen. 

M’n broer kiest een andere tactiek. Hij slaat een arm om me heen. “Je mag dadelijk ook doorlopen hè,” zegt hij. “Je hoeft niet.” 

De deuren van het voorportaal gaan open. Daar zijn ze. De karretjes. Je benen bungelen eronder: geen vaste grond onder je voeten. De zitting helt sterk naar achteren, zodat je met je hele gewicht erin gedrukt wordt. Oh, zo gevaarlijk is het dus… De beugel, die nu nog opengeklapt boven me hangt, is massief. Dan komt ie naar beneden. 

Ik zit vast. En huil een beetje. We rijden een donkere ruimte in. De witte wieven zingen opnieuw hun dreigement. Dan gaan twee schuifdeuren open en ik kijk omhoog. Verblind door het daglicht gaan we op weg. Eindeloos omhoog. Boven de eettentjes, boven de andere attracties, boven de bomen. Ik kijk ver, zo ver. 

Dan draaien de karretjes.

 

Dit is het moment waar ik zo bang voor was

Ik kijk in een gat van 37,5 meter. Dit is het kantelpunt. Letterlijk. Maar ook figuurlijk – ineens geef ik me over. “Je kan dit Jo-Anne,” zeg ik hardop. 

Ja, ik weet dat ik vastgesnoerd zit in een achtbaan. Dat ik niks hoef te doen. En dat het toch wel gaat gebeuren. Of ik het nou ‘kan’ of ‘niet kan’. Maar toch: ik kan dit. Ik zucht….en val. 

Ik weet me veilig in deze bizarre situatie waar ik geen enkele controle over heb.

Een minuut later loop ik met trillende benen – maar als overwinnaar! – weer naar buiten. Mijn zoontje rent op me af. 

 

Jezelf laten vallen – durf je dat als je zingt?

Vandaag is een lesdag. Fijn, muziek maken! Margreet zingt Je Veux van Zaz.  

Het tempo ligt hoog. Ik speel een syncopisch ritme op de vleugel. Het Frans ratelt. Ik luister naar Margreet, spring bij waar nodig. En zing een tweede stem. Beetje veel, dit… Mijn hoofd kan het niet bijhouden. Dan herken ik het: dit is een rit in de Baron. Ik geef me over.

…ineens heb ik overzicht. Ik kijk ver de muziek in. Ik hoor alle lagen samen én afzonderlijk. Bijsturen doe ik alleen heel subtiel. Ons karretje blijft rijden – en hoe! We hebben lol. Dit is muziek maken! 

Herken je dat? Je denkende brein wil zich graag ermee bemoeien als je zingt. Maar dat werkt niet. Je bent altijd te laat als je nog even wil checken of alles klopt. 

Alles klopt, vertrouw daar maar op. 

Zucht, en laat je vallen. 

Jo-Anne